DCC Decoder Service

Verschillende mogelijkheden in DCC decoder gebruik.

Verlichting geschiedenis.

In Europa is de verlichting op lokomotieven vrijwel ongewijzigd gebleven. Het Nederlandse NS materieel reed vroeger met twee koplampen, maar om het onderscheid beter te laten uitkomen t.o.v. het wegverkeer heeft de NS ooit besloten om drie koplampen te gaan voeren in een A-vorm. Dit in navolging van Duitsland. Korte tijd heeft een beperkt NS materieel met halogeen lampen gereden. Nadeel was wel dat deze lampen tegenliggers te veel verblinde. In oost Europa zullen er nog landen zijn waar men heden ten dage nog met twee koplampen op het materieel rijdt. In Engeland reed men vroeger zelfs in volslagen duisternis. Eigenlijk onbegrijpelijk.

In Amerika en Canada reed men vroeger, op de oude stoomlokomotieven, met één grote centrale lamp op de rookkastdeur. Daar kwamen later de kleine classificatielichten nog bij. Met de verdieseling werden de grote lampen ook op de dieselloks gehandhaaft. De classificatielichten konden per spoorwegmaatschappij verschillen. De ene maatschappij had 2 lichten per voorkant, aan elke zijde één, terwijl de andere maatschappij zes classificatie lichten per voorzijde had. De Canadese spoorwegmaatschappijen hadden deze lichten nog zeer lang in gebruik.

Met komst van de dieselloks type F3 en F7, van EMD, werd er ook een grote lamp in de top van de neus ingevoerd. Hierachter zat een lamp met reflector die beweegbaar was. De lamp was stationair opgesteld en kon een vermogen hebben van 200 tot 450 Watt. Dit was afhankelijk per spoorwegmaatschappij. De reflector maakte een draaiende beweging in de vorm van een liggende 8. Het glas ervoor had een diameter van ongeveer 40 centimeter.

Ook waren er spoorwegmaatschappijen die in de zelfde type lok nog een extra lamp in de front deur hadden. Deze lamp zat ongeveer een meter lager dan de lamp in de top van de neus. Hierin zat een enkele of dubbele lamp van minimaal 200 Watt.

Om de zichtbaarheid te vergroten werden eind jaren 60, van de vorige eeuw, zwaailampen (rotary beacons) op de diesellokomotieven van Chicago and North Western gemonteerd. Ook de lokomotieven van de spoorwegmaatschappij Santa Fe waren met zwaailampen uitgerust.

De classificatielichten van de serie F3, F7 en E8 bij Chicago and North Western, werden later omgebouwd tot sluitlichten. De genoemde serie lokomotieven werden gebruikt naar het voorstad verkeer in een push-pull bedrijf met Bi-level personenrijtuigen. Vanaf Chicago reed men met de lokomotief voorop. Naar chicago toe reed het stuurstandrijtuig voorop. Men zorgde ervoor dat de diesellokomotieven buiten de overkapping van het station in Chicago bleven. Zo werd voorkomen dat reizigers in de dieseluitlaatgassen kwamen te staan.

Verlichtings mogelijkheden.

Om een lokomotief naar persoonlijke wensen in te richten, wat verlichting betreft, is er een keur aan mogelijkheden. De ene modelspoorder rijdt Europees terwijl de ander weer Noord Amerikaans rijdt.

Met name de Amerikaanse en Canadese modelspoorrijders hebben tal van mogelijkheden om diverse soorten verlichting op hun lokomotieven aan te brengen of aan te laten brengen. Dit is afhankelijk van het tijdperk waarin zij rijden. Zie het verhaal hier links.

De tabel hieronder geeft een klein overzicht van DCC decoders die het meest in gebruik zijn met de verschillende mogelijkheden.

Bij de Digitrax DCC decoders staat dat de genoemde mogelijkheden voor alle decoders geldt. Echter de DCC decoders met twee funkties, dat zijn de voor- en achterverlichting, hebben geen aanvullende verlichtings mogelijkheden. De tweede tabel is daarom niet van toepassing.

Uhlenbrock is minder geschikt wanneer loks met Mars, Gyra light en Rotary Beacon uitgevoerd moet worden.
Om funkties te kunnen mappen, dus bepaalde funkties aan andere funktie knoppen toewijzen dan standaard is ingesteld, kan dit alleen uitgevoerd worden met de Uhlenbrock Intellibox of met het computerprogramma JMRI.

De wat oudere Lenz DCC decoders, serie LE103 en LE105, kunnen wel Mars en Gyra light simuleren, maar dan alleen met echte gloeilampjes. Hierbij dient dan ook nog twee uitgangen in een speciale schakeling geschakeld te worden. Bij het type LE1025 kunnen alleen de funktieknoppen F1 en F2 gemapt worden.