Hoofdmenu:
DCC wetens-waardigheden
Hoe ziet nu een DCC signaal eruit?
Nou, zo dus. Zie onderaan.
Elk datapakket begint met minimaal 10 bits voor de synchronisatie. Daarna volgen de bits voor de adressering die uiteraard verschillend kan zijn. Ook de opdracht bits zijn verschillend, en als laatste een controle byte. Wanneer dit controle byte een fout constateert, dan wordt hetzelfde datapakket opnieuw verstuurd naar de DCC decoder(s).
Minimaal dient iedere 30 milliseconden een datapakket over de rails verstuurt te worden. Dit is dus met een minimale frequentie van 33,33 Hertz. Uiteraard mag deze frequentie ook hoger zijn.
De commando centrale kan 20 tot 150 datapakketjes per seconde over de rails versturen. Dit is afhankelijk van hoeveel (hand)regelaars er in gebruik zijn. Veelal worden dezelfde datapakketje meerdere malen over de rails verstuurd i.v.m. slecht wielcontact, vuile rails, etc. Wanneer de commando centrale geen pakketjes te versturen heeft, dan worden er idle pakketjes verstuurt zonder inhoudelijke data voor de locomotieven. Dit is nodig om de power op de rails te ondersteunen.
Maar pas op, op dit signaal rijdt de locomotief nog niet. Pas als de micro processor, in de DCC decoder, het datapakket ontleedt heeft, dan pas wordt de motortrap aangestuurd en wordt de motor met een impulsbreedte signaal aan het draaien gebracht.
De effectieve railspanning ligt, voor de schaal H0, tussen de 13 en 15 Volt~. De top-top waarde, van de blokgolfspanning, kan tussen 28 en 33 Volt liggen. Dit is per fabrikant verschillend.
.